Beheersplannen III (2022/2027) - Wallonië

Openbare raadpleging van 02/11/22 tot 02/05/23 11 Samenvatting van het derde project voor stroomgebiedbeheersplannen Figuur 2 : Door collectieve en individuele waterzuivering beïnvloede waterlichamen, vergeleken met de ecologische toestand van de waterlichamen I.2 Verontreinigingsbron industrie I.2.1 Lozingen van industrieel afvalwater in oppervlaktewater Wallonië telt ongeveer 80.000 Waalse bedrijven. Daarvan zijn alleen die welke een milieu-impact hebben (geclassificeerde bedrijven) en met name die welke een significante impact hebben op het oppervlaktewater, namelijk bedrijven die industrieel afvalwater lozen (belaste bedrijven), in aanmerking te nemen. In Wallonië waren in de jaren 2014 tot en met 2016 gemiddeld 1.233 inrichtingen onderworpen aan de heffing op de lozing van industrieel afvalwater en/of koelwater. De bedrijven lozen hun industrieel afvalwater of koelwater hetzij in een riool dat is aangesloten op een werkende openbare waterzuiveringsinstallatie, hetzij in oppervlaktewater (rivier, kanaal, enz.) na eventuele behandeling op het bedrijfsterrein. Het overgrote deel van het industriële afvalwater komt in oppervlaktewater terecht (meer dan 70%). De activiteitensectoren die verantwoordelijk zijn voor de grootste vuilvrachten zijn de chemische industrie (alle parameters), de metallurgie (stikstof en metalen), de voedingsmiddelenindustrie (stikstof, fosfor) en de papier- en kartonindustrie (SIS en CZV). De waterlichamen waarvoor de industrie verantwoordelijk is voor het niet bereiken van de goede toestand zijn voornamelijk geconcentreerd in het stroomgebiedsdistrict van de Schelde en in het noorden van het district van de Maas. I.2.2 Industriële en historische belastingen op de grondwaterlichamen De plaatselijke industriële en historische belasting is voor sommige waterlichamen effectief en niet te verwaarlozen, maar ze is nergens significant in de zin van de Kaderrichtlijn Water, omdat ze niet verantwoordelijk is voor een verslechtering of een eminent risico op een verslechtering van de algemene toestand van een van deze waterlichamen, zelfs niet voor de waterlichamen die het sterkst belast worden.