Beheersplannen III (2022/2027) - Wallonië

Openbare raadpleging van 02/11/22 tot 02/05/23 15 Samenvatting van het derde project voor stroomgebiedbeheersplannen I.5 Andere verontreinigingsbronnen De verontreinigingsbronnen "miskende verontreinigingen", "hydromorfologie", "waterwinning", "druk van gevaarlijke stoffen", "pesticiden in het spoorvervoer", "koopvaardij" en "toerisme en recreatie" zijn in het ontwerp van SGBP3 uitgewerkt. II. Analyse van de belastingen II.1 Verminderingsinspanningen op de oppervlaktewaterlichamen en verantwoordelijkheden van de verontreinigingsbronnen II.1.1 Verminderingsinspanningen De in de oppervlaktewaterlichamen gemeten concentraties voor de verschillende vormen van stikstof, fosfor en koolstof en voor de stoffen in suspensie worden vergeleken met de normen voor een (zeer) goede toestand, teneinde de fysisch-chemische toestand van het waterlichaam te bepalen. Dezelfde gegevensverzamelingen (concentraties, normen, in aanmerking genomen jaren, bewaakt station, enz.) worden gebruikt om de verminderingsinspanning voor elke parameter in elk waterlichaam te kwantificeren. Als een oppervlaktewaterlichaam dus voor een parameter wordt afgewaardeerd, zal de verminderingsinspanning strikt positief zijn (en niet nul), en omgekeerd. Voor Ntot vloeit het verschil tussen de twee grootste Waalse districten evenzeer voort uit de gemiddelde inspanning voor de gedegradeerde waterlichamen (die groter is in de Schelde, zoals blijkt ui t tabel 2) als uit het aandeel van de gedegradeerde oppervlaktewaterlichamen (dat in de Schelde twee keer zo groot is als in de Maas (tabel 1) ). Voor Ptot is de gemiddelde inspanning voor de gedegradeerde waterlichamen in beide districten identiek (tabel 2) ; het verschil vloeit alleen voort uit het aandeel van de gedegradeerde oppervlaktewaterlichamen (tabel 1) . Tabel 1: Percentage van de oppervlaktewaterlichamen dat is gedegradeerd voor Ntot en Ptot Schelde Maas Rijn Seine Wallonië Ntot 92% 45% 69% 0% 57% Ptot 60% 30% 44% 0% 37% Tabel 2: Gemiddelde inspanning voor de gedegradeerde oppervlaktewaterlichamen Schelde Maas Rijn Seine Wallonië Ntot 23% 13% 53% 0% 21% Ptot 50% 51% 38% 0% 50% II.1.2 Verdeling van de Gap De Gap is, voor een bepaalde fysisch-chemische parameter, het verschil tussen de in het waterlichaam gemeten concentratie en de aanvaarde concentratie (norm) in het waterlichaam. Voor alle districten is de landbouw de belangrijkste veroorzaker van buitensporige Ntot- en Ptot-emissies, gevolgd door de waterzuivering en de industrie. Op de schaal van Wallonië is de landbouw verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de Gap voor Ntot en Ptot, de waterzuivering voor ongeveer 40%, en de industrie voor ongeveer 10%. Het Scheldedistrict blijkt voor alle aspecten het meest problematisch te zijn: de oppervlaktewaterlichamen zijn het meest gedegradeerd, de verminderingsinspanningen zijn het grootst, de belastingen en de Gaps zijn er het grootst, en alle verontreinigingsbronnen hebben er invloed op.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTA5MTc=