Register van maatregelen. Beheersplannen III (2022/2027) - Wallonië

Maatregelenprogramma Derde Beheersplannen – WG Informatiefiche van de maatregel Statuut van de maatregel Basis Referentie 9_03 KRW_BP3 © SPW Environnement/DEE – V1.2 1 Titel Industriële saneringskosten - Industriebelasting: Analyseren van de opportuniteit van het herevalueren van de bijdrage van de industriële sector door het herzien van de belasting Onderwerp In artikel 9 van de Kaderrichtlijn Water staat: "De lidstaten houden rekening met het beginsel van terugwinning van de kosten van waterdiensten." Wat de dienst sanering van afvalwater betreft, draagt de huishoudelijke sector voor meer dan 100% bij in de kosten die hij veroorzaakt, terwijl de industriële sector bijvoorbeeld slechts 27% dekt van de kosten waarmee hij de dienst belast in het Scheldedistrict, hoofdzakelijk via de heffing op de lozing van industrieel afvalwater voor bedrijven die lozen op oppervlaktewater en via de CAI (industriële saneringskosten), voor bedrijven die lozen op een openbaar zuiveringsstation. Het bedrag van deze heffing zou dus herbekeken kunnen worden om tegen 2027 het terugwinningspercentage te verhogen, overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de richtlijn. Motivatie Uit de verschillende terugwinningsanalyses die de SPGE heeft verricht, blijkt dat de terugwinning van de kosten van de dienst sanering voor de industriële sector in 2007 54% bedroeg en in 2011 37%, op Waalse schaal. Deze vaststelling had onder meer geleid tot de fiscale hervorming van 12 december 2014, waarbij onder meer het bedrag van de heffing werd opgetrokken van 8,9242 euro /VE tot 13 euro /VE. Het tarief van de heffing op industrieel afvalwater is sindsdien geïndexeerd. In 2017 was het terugwinningspercentage echter slechts licht geëvolueerd, aangezien het voor Wallonië geraamd werd op 40% voor de industriële sector. Daarnaast uit het Rekenhof in zijn auditrapport in het tweede kwartaal van 2020 over de fiscale maatregelen en procedures die in het Waalse Gewest op het gebied van water ten uitvoer zijn gelegd, " twijfels over het stimulerende karakter van bepaalde heffingen, waaronder de heffing op industrieel afvalwater, en over de toereikendheid ervan in verhouding tot het beginsel dat de vervuiler betaalt ". Het Hof adviseert het Waals Gewest dan ook " ervoor te zorgen dat de bijdrage van alle sectoren in overeenstemming is met de naleving van het beginsel dat de vervuiler betaalt ". In het kader van het uitwerken van de BPSD3 heeft de Waalse Regering de belangrijkste kwesties afgebakend ter voorbereiding van het toekomstige programma van maatregelen, waarvan nr. 7, getiteld "Verbetering van de kennis en de economische benaderingen met betrekking tot water en de verschillende vormen van watergebruik" eraan herinnert dat "de analyse van de terugwinning van kosten aan de gang is ommechanismen voor te stellen die de billijkheid van de bijdragen van de sectoren verbeteren naar gelang van het gebruik dat zij van de diensten maken en hun milieueffecten". Het voorliggend voorstel voor maatregelen beantwoordt dus aan deze verschillende vereisten. Uitvoering In een eerste fase komt er een actualisering van de indicatoren aan de hand waarvan een nieuw bedrag voor de belasting op lozingen van industrieel afvalwater kan worden berekend, waardoor vervolgens de impact voor de industriële sector en het terugwinningspercentage kunnen worden beoordeeld. Indien wordt vastgehouden aan het beginsel dat de kosten voor 100% moeten worden teruggewonnen, zou het tarief van de heffing moeten verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Er zal worden onderhandeld met de industriesector en met de SPGE, aangezien de reële kostprijs voor industriële waterzuivering gekoppeld is aan de industriebelasting. Er kan een tijdpad worden voorgesteld om een geleidelijke verhoging van het bedrag door te voeren.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTA5MTc=