Register van maatregelen. Beheersplannen III (2022/2027) - Wallonië

Maatregelenprogramma Derde Beheersplannen – WG Informatiefiche van de maatregel Statuut van de maatregel Basis Referentie 19.1_03 KRW_BP3 © SPW Environnement/DEE – V1.1 1 Titel Vermindering van microverontreinigende stoffen van ad-hocoorsprong Onderwerp Deze maatregel is bedoeld om een actieplan uit te werken voor het verminderen of uitschakelen van specifieke verontreinigende stoffen (SPEC), prioritaire stoffen (SP) en prioritaire gevaarlijke stoffen (SDP) waarvan de emissies naar oppervlaktewateren gelokaliseerd zijn en worden aangemerkt als afkomstig uit ad-hocbronnen, d.w.z. dat zij het gevolg zijn van directe of indirecte lozingen via zuiveringsstations en industriële lozingen. Deze fiche 19.1 omvat de maatregelen die verband houden met ad-hocverontreinigingen en wordt aangevuld door fiche 19.2 die betrekking heeft op diffuse verontreiniging. Motivatie Op basis van de toestand van de oppervlaktewaterlichamen (OWL) in 2018 bereikt een derde ervan niet de goede toestand indien geen rekening wordt gehouden met de alomtegenwoordige PBT's (100% indien dat wel het geval is). De inventarisatie van de lozingen van microverontreinigende stoffen in de Waalse oppervlaktewateren heeft de aanwezigheid van meerdere categorieën microverontreinigende stoffen in problematische concentraties aan het licht gebracht: polycyclische aromatische koolwaterstoffen, metalen, pesticiden en andere verontreinigende organische stoffen. Monitoringanalyses, onderzoekscontroles en lozingscontroles maken het mogelijk puntbronlozingen te identificeren waarvoor actie moet worden ondernomen om enerzijds de goede toestand van de OWL te bereiken en anderzijds de emissies van SP te verminderen, ongeacht de toestand, en de emissies van SDP geleidelijk te uit te schakelen (nullozing). Om de door de EU opgelegde doelstellingen te bereiken beschikt de stroomgebiedautoriteit over regelgevende instrumenten, waarvan de keuze wordt bepaald naar gelang van het koppel sector/stof (herziening van vergunningen op de schaal van het waterlichaam (zie maatregelfiche 17), toevoeging van MKN-stoffen aan de bijzondere vergunningsvoorwaarden, herziening van de sectorale voorwaarden (zie maatregelfiche 20), of een besluit van de Waalse regering om alle lozingen van een bepaalde SDP te verbieden). Uitvoering Ons actieplan omvat in eerste instantie een herziening van de vergunningen geval per geval, waarvoor een eerste raming van de kosten moet worden gevalideerd en verfijnd, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elk werkterrein. Bij die herzieningen zal de toegestane lozingsdrempel worden aangepast, rekening houdend met het soort stof (SP/SDP/SPEC), met de relevantie van de maatregel in vergelijking met de bijdrage van diffuse bronnen, met de beste beschikbare technieken en met de vastgelegde milieudoelstelling. In dit stadium moeten 298 vergunningen worden herzien, als volgt verdeeld: 38 vergunningen moeten worden herzien wegens overschrijding van de MKN-drempelwaarden in het OWL (aanzienlijke bijdrage van de onderneming aan het niet bereiken van de goede toestand, SDP uitgezonderd; schaal: OWL) 10 OWL worden gedeclasseerd voor arseen, chroom, lood, nikkel of zink en 8 vergunningen moeten worden herzien om de toestand van 4 OWL te verbeteren. Voor de overige 6 OWL zijn studies aan de gang om mogelijke puntvormige emissiebronnen af te zonderen en het aandeel van de geochemische achtergrond te bepalen. 1 OWL wordt gedeclasseerd voor cybutyrine, 13 voor vrije cyaniden en 6 voor vinylchloride. Een deel van deze declasseringen houdt verband met vastgestelde emissies uit puntbronnen die nopen tot herzieningen van vergunningen. In sommige OWL is de oorsprong in dit stadium onbekend. Voor deze 3 stoffen zullen in de betrokken OWL bijgevolg 13 aanvullende studies van stof/OWL-koppels worden verricht voordat de maatregelen tot vermindering worden doorgevoerd. Tot deze studies kunnen de actualisering van emissiegegevens, een onderzoekscontrole, bibliografisch onderzoek enz. behoren. 19 vergunningen moeten worden herzien voor fluorantheen, wat zou moeten leiden tot een verbetering van de toestand van 7 OWL. Dan zijn er nog 29 OWL waarin geen enkele vergunning met aanzienlijke emissie van fluorantheen is opgetekend. Deze stof is namelijk hoofdzakelijk afkomstig van diffuse bronnen en zal hoofdzakelijk via maatregel 19.2 worden behandeld. 145 vergunningen moeten worden herzien bij wijze van aanvulling op de vergunningen die tot declassering leiden, teneinde de emissies van SP te verminderen (schaal: stroomgebieddistrict)

RkJQdWJsaXNoZXIy MTA5MTc=