Uitdagingen PG3 -Wallonië

Uitdaging 1. De strijd tegen de bronnen van ad-hoc- en diffuse verontreinigingen intensiveren Het uiteindelijke doel van de strijd tegen diffuse verontreinigingen* van agrarische oorsprong bestaat erin de dierlijke productie in evenwicht te brengen met de oppervlakten die deze productie kunnen valoriseren, door waterverontreiniging te vermijden die leidt tot hun eutrofiëring en tot de verdwijning van soorten die daar niet tegen bestand zijn. Er werden reeds bepaalde tools geïmplementeerd of geprogrammeerd om deze strijd doeltreffender te maken: Waals programma voor duurzaam stikstofbeheer in de landbouw (‘PGDA, Programme wallon de Gestion Durable de l’Azote en agriculture *’) , waterwinnings- en grondwatercontracten (‘ contrats de captages et de nappes ’)* en beschermingsprogramma voor water dat drinkbaar kan worden gemaakt (‘ programme de protection des eaux potabilisables ’) en aanleg van een met gras begroeide of beboste strook langs waterlopen. Er moeten ook andere pistes worden onderzocht, zoals veralgemening van de controle op potentieel uitspoelbare stikstof (PUS*) tot heel Wallonië, herziening van de spreidingsperioden. Een strook met blijvend grasland over een breedte van 6 meter maakt een effectieve controle mogelijk. De spreiding van stikstofhoudende meststoffen op die bufferstroken is al verboden. Daarnaast zal op 5 verschillende manieren worden getracht de waterlopen te beschermen tegen de toevoer van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen: sedimentatie-filtratie door een ruwe bedekking, fysieke fixatie van minerale en organische stoffen, infiltratie, afbraak via metabolisatie van nutriënten en biologische activiteit, onderschepping van de verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen door de wind. Wat betreft de diffuse verontreiniging door pesticiden en hun residu’s (al dan niet van agrarische oorsprong), is het Waals programma voor de reductie van pesticiden (‘WPRP, Programme wallon de Réduction des Pesticides ’*) een belangrijk instrument, dat sinds 2013 wordt gehanteerd en om de 5 jaar wordt herzien. Ook het tweede PWRP (2018-2022) bevat vooral maatregelen ter bescherming van de waterhuishouding. De inspanningen gericht op reductie van de historische verontreinigingen in Wallonië moeten beter aansluiten bij de economische herstructurering van het gewest en bij de recycling van bepaalde verontreinigde of potentieel verontreinigde terreinen. Daartoe dient er aan deze terreinen nieuwe charme te worden gegeven. Om deze uitdaging te kunnen aangaan, is het onder meer nodig om de inventarissen van terreinen, alsook de kennis omtrent de specifieke kenmerken van hun verontreiniging op punt te stellen. De verspreiding van gegevens betreffende de toestand van de bodem komt immers ten goede aan de investeerders, die vanaf de eerste fasen van een stedenbouwkundig project rekening kunnen houden met de eventuele beperkingen en saneringskosten. Deze valorisatie van de beschikbare informatie draagt aldus bij tot de technische en juridische beveiliging van de projecten en tot de dynamiek van hergebruik van verontreinigde bodems. Het decreet van 1 maar t 2018 betref fende bodembeheer en bodemsanering implementeert de gegevensbank betreffende de toestand van de bodems, vanaf 1 januari 2019. Voortaan gaat het erom de hoeveelheid aan digitale gegevens die via dit instrument beschikbaar zijn te vergroten. Onlineformulieren zullen de integratie van nieuwe digitale gegevens vergemakkelijken, onder meer door aangifte van accidentele verontreinigingen mogelijk te maken. Er moet een groot dematerialisatieproject worden geïmplementeerd om alle documenten die momenteel toegankelijk zijn in papieren formaat te digitaliseren. De verbetering van de beheershandelingen met betrekking tot de sites dient ook te worden bewerkstelligd via updates van de Waalse code van goede praktijken (‘ Code Wallon de Bonnes Pratiques ’) , ingevoerd door het Decreet. Deze aanbevelingen moeten worden geconcretiseerd door de verbetering van verschillende geïntegreerde tools voor risicobeheer en/of selectie van de meest geschikte zuiveringstechnieken. Ad-hocverontreinigingen* hebben betrekking op de rechtstreekse lozing van ongezuiverd huishoudelijk en industrieel afvalwater in grond- en oppervlaktewater. Bijna 40% van de Waalse oppervlaktewaterlichamen heeft nood aan zuivering. Hoewel de graad aan uitrusting met collectieve zuiverings- stations 91% heeft bereikt in 2018, blijft hij een belangrijke uitdaging voor de SPGE (openbare maatschappij voor waterbeheer) - hetzelfde geldt voor de vernieuwing van de bestaande zuiveringsvoorzieningen en -netwerken. Deze zuiveringsstrategie wordt sinds 1 januari 2018 ook ondersteund door een openbaar beheer van de autonome sanering (‘ Gestion Publique de l’Assainissement Autonome , GPAA’), dat de goede werking van de individuele behandelingssystemen (‘ Systèmes d’Epuration Individuelle , SEI’) mogelijk zal maken. De strijd tegen deze verontreinigingen moet ook worden gevoerd aan de bron, via herziening van de milieuvergunningen van de emitterende industrieën alsook via reductie en geleidelijke eliminatie van bepaalde verontreinigende stoffen die nefaste effecten hebben op het milieu. 13 Bescherming van het water in Wallonië 12 Bescherming van het water in Wallonië

RkJQdWJsaXNoZXIy MTA5MTc=