19
Watermassa:
een concept geïntroduceerd door de waterkaderrichtlijn
voor het indelen van de verschillende watermilieus
waardoor het Europese grondgebied wordt
gekenmerkt. Een watermassa, die de verschillende
milieudoelstellingen moet waarmaken die eraan zijn
toegekend, kan ondergronds of oppervlakkig zijn
(natuurlijk, aanzienlijk gewijzigd of kunstmatig).
Grondwaterlaag:
het water dat in een aquifer stroomt.
Diffuse verontreiniging:
op het gebied van water is diffuse verontreiniging
een verontreiniging die afkomstig is van de volledige
oppervlakte van een grondgebied en wordt
doorgegeven aan het oppervlakte- of grondwater door
afvloeiing of binnendringing van water afkomstig van
neerslag of irrigatie.
Specifieke verontreiniging:
op het gebied van water is specifieke verontreiniging
een verontreiniging die afkomstig is van een uniek
en identificeerbaar punt, bijvoorbeeld de lozing van
afvalwater.
Kunstmatige aanvulling:
geforceerde en gecontroleerde aanvulling van de
grondwaterlagen
Ooibos:
Plantenformaties die zich ontwikkelen aan de randen
van de waterlopen of de watervlakken in de grenszone
tussen het water en de aarde (ecotonen). Ze bestaan
uit specifieke populaties omwille van de aanwezigheid
van water tijdens langere of minder lange periodes:
wilgen, elzen, essen aan de rand, esdoorns en iepen
in de hoogte, zomereiken en haagbeuken bovenaan de
oevers.