Uitdagingen voor een betere waterbescherming in Wallonië - page 5

Diffuse verontreiniging*: praktijken aanmoedigen die gericht
zijn op de bescherming van de natuurlijke bronnen en de
watermilieus
1
Bijna twee derde van de oppervlaktewaterlichamen en
de helft van de grondwaterlichamen worden, in diverse
graden, getroffen door verontreiniging van stedelijke, huis-
houdelijke, industriële, historische of landbouwoorsprong.
De lozing van huishoudelijk afvalwater, de lozing van ste-
delijk en industrieel afvalwater, het gebruik van meststof-
fen, landbouwbestrijdingsmiddelen en biociden, maar ook
historische of accidentele verontreiniging oefenen een be-
langrijke druk uit op het milieu, hoewel hun beheersing en
beheer sinds een decennium zijn verbeterd.
Deze druk is groter in het Scheldedistrict en wordt in
mindere mate ervaren in het Maasdistrict. De Rijn en de
Seine worden veel minder door dit probleem getroffen.
Het oppervlaktewater en het grondwater zijn gevoelig
voor diffuse verontreiniging
*
, ongeacht of deze van
historische, landbouw- of andere oorsprong is. Zo vormt
het gebruik van organische groeimiddelen (gier, mest...)
en minerale meststoffen een bron van verontreiniging
voor het oppervlaktewater en het grondwater door de
erosieprocessen van de bodems, de afvloeiing en de
binnendringing van atmosferische neerslag.
De degradatie van de oevers en een niet-beheerde
toegang van de veestapel tot de waterloop dragen ook bij
tot een vermindering van de kwaliteit van de waterlopen.
Sinds een tiental jaar worden er twee opeenvolgende
plannen voor duurzaambeheer van stikstof inde landbouw
(
PGDA
) in de landbouw toegepast om de verontreiniging
door landbouw door het overmatige gebruik van stikstof
te verminderen en milieuvriendelijke praktijken aan te
moedigen.
Deze plannen voorzien in diverse beheersmaatregelen
voor het afvalwater en goede landbouwpraktijken om
de impact van de veeteelt en de bemesting op het
oppervlakte- en grondwater te verminderen. Andere acties
en maatregelen van de landbouwers zijn specifiek gericht
op het verminderen van de erosie van de landbouwgrond
en het controleren van de afvloeistromen.
Naast de landbouwactiviteiten moeten een goede
begrenzing van in onbruik geraakte industrieterreinen en
hun impact het mogelijk maken alle bronnen van diffuse
verontreiniging te kunnen identificeren, vooral in stedelijke
en industriële milieus.
De diffuse verontreiniging waarvoor de burgers
verantwoordelijk zijn, moet ook in kaart worden gebracht,
vooral wat betreft het gebruik van pesticiden.
De resultaten van de maatregelen die momenteel worden
toegepast of in de nabije toekomst zullen worden
toegepast, moeten ook worden geanalyseerd om de
acties, indien van toepassing, om te zetten naar intensiever
of doelgerichter maatregelen.
5
© Josi Flaba
1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...20
Powered by FlippingBook