3
Waarom Overstromingsrisicobeheerplannen en Waterbeheerplannen per
stroomgebiedsdistrict?
Door herhaaldelijke overstromingen en rekening houdend met de opwarming van de aarde is het belangrijk om een
algemene strategie te definiëren en ons met krachtige hulpmiddelen te wapenen voor het beheer van overstromingsrisico's.
Wallonië zet zich hiervoor in sinds 2003, namelijk sinds de goedkeuring door de Waalse regering van het plan ‘PLUIES’
(Prévention et Lutte contre les Inondations et leurs Effets sur les Sinistrés - Preventie en bestrijding van de overstromingen
en hun gevolgen voor de slachtoffers) dat wordt beheerd door de Transversale Groep Overstromingen (TGO).
De Overstromingsrisicobeheerplannen (ORBP) kaderen in de actualisering van het plan 'PLUIES'. Ze zijn opgesteld onder
leiding van de TGO en voldoen aan de eisen van de Europese Richtlijn 2007/60/EG, de zogenaamde Overstromingsrichtlijn
(OR). In Wallonië is deze richtlijn omgezet in het Waterwetboek (boek II van het Milieuwetboek). De richtlijn legt een reeks
bepalingen op aan de lidstaten in verband met het beheer van het overstromingsrisico. De Waalse overheidsdienst heeft de
ORBP opgesteld dankzij overleg met en deelname van alle belanghebbenden van de betrokken sector.
Na de definitieve goedkeuring door de Waalse regering zullen de ORBP volledig opgenomen worden in het plan 'PLUIES'.
De implementatie van deze strategie moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de Europese Richtlijn
2000/60/EG, bekend als de Kaderrichtlijn Water (KRW). Daarom moeten de tijdschema's voor de toepassing van de twee
richtlijnen samenvallen en moeten deze ontwerpversies voor de eerste Overstromingsrisicobeheerplannen samen met de
tweede Waterbeheerplannen per stroomgebiedsdistrict (stroomgebiedbeheerplannen -SGBP) aan een openbaar onderzoek
worden onderworpen.
Deze ontwerpversies van de tweede Beheerplannen per stroomgebiedsdistrict volgen op de eerste plannen die in juni 2013
in Wallonië werden aangenomen. Het is duidelijk dat de problemen met betrekking tot de kwaliteit van het rivierwater en
grondwater in Wallonië en Europa niet in slechts 6 jaar kunnen worden opgelost. Daarom biedt de Kaderrichtlijn Water de
lidstaten de mogelijkheid om de uitvoering van de opeenvolgende maatregelenprogramma's over een aantal cycli van 6 jaar
te spreiden om het gevraagde resultaat te bereiken.
Hoewel we een verbetering in de waterkwaliteit in onze rivieren en ons grondwater vaststellen ten opzichte van de
toestandsbeschrijving aan het begin van de eerste Waalse plannen, zullen de doelstellingen echter niet bereikt zijn aan het
einde van de eerste cyclus per eind 2015. De problemen die zijn vastgesteld bij het opstellen van de eerste plannen zijn nog
altijd relevant.
Ongezuiverd stedelijk afvalwater, individuele sanering in de landelijke gebieden, industrieel afval, overmatige bemesting van
gewassen door de landbouwers, niet-rationeel gebruik van pesticiden zijn allemaal drukken die de kwaliteit van onze rivieren
blijven beïnvloeden of de bruikbaarheid van onze watervoorraden verminderen. In de Kaderrichtlijn Water wordt een
verbetering of handhaving in goede conditie van deze voorraden opgelegd. Daarnaast is het structuurherstel van onze